zondag 18 mei 2014

ABC van nutteloze weetjes – T Tutoyeren

In de geschiedenis van de taal is “u” en “jij” een probleem gebleven. In Nederland geldt het als netjes en beleefd om ouderen met “u” aan te spreken. In Duitsland wordt dat als een verplichting gezien, je spreekt iemand pas aan in de 2e persoon enkelvoud nadat je als vrienden aan elkaar bent geïntroduceerd. Maar terwijl in Nederland kinderen leren hun ouders met “u” aan te spreken is dit in Duitsland en Frankrijk tegengesteld, daar spreken de kinderen hun ouders aan met “du of “tu”. Alleen de Engelsen hebben het gemakkelijk zij noemen iedereen “you”.

Het grappige is dat in het Nederlandse taalgebied al die verschijnselen voorkomen of zijn voorgekomen. Zo gebruikt men in Zuid-Nederland en Vlaanderen vaak de aanspreekvorm “gij”, met tweede naamval (bezittelijk voornaamwoord) “uw” en 3e en 4e naamval “u”. In Saksische gebieden, Oost-Nederland, is de aanspreekvorm “joe” gebruikelijk, bijna gelijk aan het Engelse “you”.

Het Nederlandse “u” is namelijk een taalkundig moderne vorm, die afstamt van “uwe edelheid” of “uedele”. Het werd vroeger in de 3e vorm gebruikt en benadrukte afstand en respect. Daarom werd het oorspronkelijk niet in familierelaties gebruikt aangezien daar wel respect maar geen afstand thuishoort. De 3e persoon is nog te beluisteren in het tegenwoordig langzaam verdwijnende “u is” en “u heeft”.

De Duitse en Franse vorm “du/“tussen is te vergelijken met het Engelse “thou”. Ook in het Nederlands heeft die vorm bestaan. Niet alleen in het Oud-Nederlandse “hebban olla vogalas nestas hagunnan hinase hic anda thou”, maar ook in de vorm die Marnix van Sint Aldegonde in zijn Psalmberijming gebruikte “du”. Er werd bij de voorbereiding van de Statenvertaling serieus gedebatteerd over het gebruik van de aanspreekvorm “du” of “gij” voor God. Die discussie werd uiteindelijk beslist in het voordeel van de vorm “gij”, wat in de 20e eeuw nog werd gebruikt in de in 1951 uitgekomen en sindsdien bijna algemeen gebruikte NBG-vertaling. Ooggetuigen van de bespreking beschrijven hoe de theologen zich serieus bogen over de verschillen tussen “du en “gij, terwijl het publiek hen luidkeels uitlachte. Blijkbaar was men in de 17e eeuw totaal niet te porren voor de introductie van zo’n nieuwe aanspreekvorm.

Gelovigen uit andere landen kijken er vaak vreemd tegenaan wanneer Nederlanders God aanspreken met “u”, terwijl het voor Nederlandse christenen soms moeilijk is om Fransen en Duitsers God te horen tutoyeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn welkom. Houd je aan de gewone regels van algemeen fatsoen. Anonieme reacties worden (meestal) verwijderd.