zaterdag 15 maart 2014

Op de Joodse begraafplaats

In Den Haag ligt een grote Joodse begraafplaats aan de Scheveningseweg. Voor belangstellenden bestaat de mogelijkheid deze te bezichtigen. Zeer de moeite waard.
We hebben de sleutel op het juiste adres geleend en betreden de begraafplaats. Naast de ingang zien we een groot huis, de Portugees-Joodse beheerderswoning. Portugees-Joods, want er was vroeger ook een Ashkenazisch-Joodse beheerderswoning, terwijl beide ook hun eigen metaheerhuisje hadden. Dit was geen kwestie van discriminatie, dit was omdat de Portuges-Joodse gemeente de andere gemeente vrij gebruik had gegeven van de begraafplaats. Aangezien hun uitspraak en gewoonten door verschillende afkomst waren beinvloed en zij het Hebreeuws verschillend uitspraken was deze verscheidenheid op veel plaatsen in Nederland vanzelf gegroeid.
Mannen dienen op de begraafplaats hun hoofd bedekt te hebben, traditioneel met een keppeltje.
Op het eerste gezicht lijkt het een bescheiden begraafplaats, maar als we wat verder lopen zien we dat het een enorm groot perceel is.
Deze begraafplaats is in 1694 geopend, regelmatig uitgebreid en halverwege de 19e eeuw ommuurd. Deze muur is goed te zien in de Timorstraat. Tegenwoordig wordt alleen nog in reeds aangekochte familiegraven begraven. In 1906 werd in Wassenaar een nieuwe Joodse begraafplaats ingericht.
Timorstraat Google Streetview
Voor Joden is het belangrijk dat er een eeuwig grafrecht is omdat zij hun doden begraven met het oog op de opstanding uit de dood. Ze geloven niet dat het verloren gaan van het gebeente de opstanding kan tegenhouden, maar wel dat ook de begrafenis op een juiste wijze moet gebeuren. Ze verwijzen dan naar bijvoorbeeld Deuteronomium 34, waar staat de Eeuwige Mozes heeft begraven.
Verder geloven zij dat in de dood alle mensen gelijk zijn en dat graven daarom niet van elkaar mogen verschillen. Op het graf ligt daarom een eenvoudige grafsteen. De grafsteen gaat terug op aartsvader Jacob die zijn geliefde vrouw Rachel begroef langs de weg naar Bethlehem en een gedenksteen op haar graf plaatste.
Het opschrift is meestal kort en eenvoudig. Meestal begint het met twee Hebreeuwse letters, פנ, de peh en de nun, die staan voor poh nikbar of poh nitman, hier ligt begraven. Soms kom je peh tet tegen, פט, wat staat voor poh tamun, hier is verborgen. Een graf is namelijk de plek waar de dode aan het oog wordt onttrokken. Op de foto staat poh tamun voluit geschreven in Hebreeuwse letters.

Vervolgens staan er enkele hebreeuwse letters תנצב''ה, een afkorting voor “moge zijn-haar ziel gebundeld worden in de bundel van het (eeuwige) leven”.
Verder staat op de grafsteen de naam van de overledene, de naam van de moeder en het sterfjaar volgens de Joodse tijdrekening. Het jaartal 2014 is in de Joodse tijdrekening 5774.
Opvallend zijn de stenen met een extra afbeelding. Iemand uit de stam van Levi wordt namelijk apart genoemd vanwege de taak die de Levieten hebben. Uit de stam van Levi nemen de afstammelingen van Aaron, de kohaniem, een bijzondere plek in. Zij moeten namelijk de zegen van de Eeuwige op het volk leggen. Daarom wordt op hun grafsteen meestal een paar handen afgebeeld in een zegenend gebaar, met de vingers gespreid in de vorm van de Hebreeuwse letter ש schin, de beginletter van Shaddaj, Almachtige, één van de namen van de Eeuwige. Een voorbeeld zie je hier.

Vóór een coheen, die vaak als achternaam Cohen heeft, de zegen mag uitspreken moet hij eerst zich reinigen. Daar heeft de Leviet een taak. Hij moet namelijk water over de handen van de coheen gieten. Daarom wordt hij meestal afgebeeld met een schenkkan.  Hiernaast een voorbeeld, waarbij ook de letters peh en nun goed te lezen zijn.

Andere afbeeldingen op de graven hebben vaak te maken met het beroep (muziekinstrumenten voor de musicus, hoewel ook een Leviet met een muziekinstrument kan worden weergegeven, hij had namelijk ook de verantwoordelijkheid voor de zang in de tempel), met de naam (voor het Nederlandse Duifje en Meesje zijn veel Hebreeuwse equivalenten), of met de sterfelijkheid (een gebroken zuil, gevallen boom of geknakte bloem, of met een gunstiger uitleg, een gordijn dat wordt opgetrokken). Opvallend is dat de afgelopen tientallen jaren het Nederlands steeds meer de opschriften gaat domineren. Hieronder een afbeelding op het graf van iemand met als achternaam Gans.

Op de begraafplaats vallen nog een paar dingen op. Het meest opvallende monument is de sarcofaag op verhoging dat van de 19e eeuwse schilder Salomon Leonardus Verveer.

Andere hier begraven beroemdheden zijn Levi Lassen, die veel heeft betekend voor de heropbouw van het Joodse leven in Den Haag, en Jozef Israels, een van de bekendste schilders uit de Haagse school. Anders dan vaak vermeld ligt de Nederlandse Nobelprijswinnaar T.M.C.Asser niet hier begraven maar op de begraafplaats Oud Eik en Duinen. Iets dat meer beroemde Joden overkwam, zoals de bekende Spinoza, die zijn graf bij de Nieuwe Kerk heeft.
Verdere bezienswaardigheden zijn het metaheerhuisje, waar de doden werden voorbereid voor de begrafenis, het glazen monument bij het begin van de begraafplaats en het door leerlingen ontworpen en gemaakte monument in de vorm van een Mageen Davied. De begraafplaats is verder bijzonder door de circa 10.000 graven met ongeveer 2800 grafstenen, door de elf monumentale, eeuwenoude eiken en de historisch unieke ligging.

Voor wie meer wil weten, een zeer compleet boek is “De Joodse Begraafplaats aan de Scheveningseweg in Den Haag" verschenen als uitgave in de VOM-Reeks in 1992. Het Haags Gemeentearchief was zo vriendelijk dit gratis als pdf ter beschikking te stellen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn welkom. Houd je aan de gewone regels van algemeen fatsoen. Anonieme reacties worden (meestal) verwijderd.