Vóór de uitvinding van de Pan-film, eigenlijk de
panchromatische film, was de beste film ortho, orthochromatisch. Dat hield in
dat een klein deel van het kleurenspectrum goed werd weergegeven, helaas alleen
het gedeelte tot en met het geel.
Rode kleuren verschenen op ortho-film als
zwart. Dit was zo tot in de jaren dertig van de 20e eeuw, juist in
een tijd waarin vrouwen felrode lippenstift droegen. Op oude films hebben de vrouwen
daardoor altijd donkere lippen, terwijl het rood dat zij droegen helemaal niet
zo donker was. Hierdoor werden filmproducenten gedwongen om een betere film op
de markt te brengen, de panchromatische film. Deze bleek veel meer voordelen te
hebben dan alleen de goede weergave van rode lippen. Het bleek dat wanneer je
kleurenfilters gebruikte dat bepaalde dingen beter uitkwamen. Een
geelgroen-filter was ideaal bij portretten, doordat rare vlekjes op de huis
wegvielen. Oranje-filters waren ideaal om wolken beter te laten afsteken tegen
de lucht. Oude orthofilms hebben allemaal een heel heldere hemel met nauwelijks
wolken, met de pan-film waren de wolken opeens veel beter zichtbaar te maken
doordat de film niet meer afhankelijk was van het blauw. Nam je het zwaarste
roodfilter, dus zonder enig hemellicht (dat immers blauw is), dan krijg je een
effect met helemaal zwarte schaduwen. Dit effect wordt maanlicht-effect
genoemd. In oude films kun je dit terugzien doordat nachtopnames vaak gewoon
overdag werden gemaakt, met een roodfilter. Let maar eens op de pupillen van de
acteurs tijdens een nachtscène: de pupillen zijn klein, terwijl ’s nachts de
pupillen van een mens helemaal verwijd zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom. Houd je aan de gewone regels van algemeen fatsoen. Anonieme reacties worden (meestal) verwijderd.