In reactie hierop heeft "het gekrookte riet" een artikel geplaatst waarin het interview in het RD afwijzende kwalificaties ontvangt waarvan "goddeloze woorden" nog de meest vriendelijke zijn. In het artikel mis ik heel veel, menselijkheid, bewogenheid, maar vooral Bijbelse onderbouwing en kennis van de gereformeerde belijdenis.
Om te beginnen wat mij zo aansprak in het interview met ds.Bruggraaf. Hij heeft zijn leven lang geworsteld met zijn homoseksuele voorkeur. Hij heeft gekozen voor de weg die hem als de Bijbelse weg vertrouwd was: een leven van onthouding. In Dachau kwam hij erachter dat dit veel dieper ging dan dat hij zich bepaalde zaken ontzegde. Hij ervoer het als ontkenning van wie hij zelf was. Tekenend is de foto die in het ND bij het artikel is geplaatst: doodgeslagen - doodgezwegen.
Helaas is dat de werkelijkheid die veel mensen hebben moeten ervaren. Het zwijgen was uiteindelijk doodzwijgen, een ontkenning van hun bestaan.
De reactie van "Het gekrookte riet" komt bij mij over als: wat we niet bespreken bestaat ook niet. Zolang iemand zelf een worsteling heeft maar die in de binnenkamer houdt is het goed. Zodra iemand deze worsteling niet langer verzwijgt en een oproep plaatst dat zijn lotgenoten zich uiten en dat broeders en zusters in de kerk naar hen luisteren krijgt hij kritiek. Een pleidooi voor "het grote zwijgen"?
Natuurlijk vind ik het lovenswaardig om zonde zonde te noemen en als het eigen werk van de duivel af te wijzen, maar over welke zonde hebben we het hier? Het enige wat ik las in het interview met de genoemde emeritus was de beschrijving van een strijd tegen de verzoeking, iemand die behoort tot hen "die zichzelf vanwege hun zonden mishagen, en nochtans vertrouwen dat deze hun om Christus wil vergeven zijn, en dat ook de overblijvende zwakheid met zijn lijden en sterven bedekt is; die ook begeren hoe langer hoe meer hun geloof te sterken en hun leven te beteren." (uit H.C.,V.&A.81)
Hoe diep zo'n strijd gaat weet alleen degene die die strijd te strijden heeft, anderen kunnen hooguit proberen zich daar een voorstelling van te maken door geduldig naar hen te luisteren. Sommigen zullen als oplossing hebben zichzelf alle seksuele contacten te ontzeggen. Er zijn immers mensen die de gave van onthouding ontvangen. Degenen die die gave niet hebben ontvangen hebben een veel zwaardere strijd, zeker wanneer zij leven in een omgeving waar het toegeven aan seksuele verlangens wordt gestimuleerd en het onderdrukken van die verlangens met onbegrip wordt ontmoet.
In zo'n omgeving heeft ds.Burggraaf de moed gehad om een probleem aan te kaarten dat wel zonde is. Het probleem dat lotgenoten van hem door de reformatorische kerken in de kou worden gezet doordat zij niet over hun moeite mogen spreken. Mensen in de kou laten staan is namelijk een vreselijke zonde waar de kerk zich helaas vaak aan beschuldigt. Hoe diep het dan kan gaan ben ik in mijn pastorale praktijk tegengekomen. Mensen worden tot de hel veroordeeld omdat zij een onvergeeflijke zonde hebben begaan. Anderen die proberen zichzelf rein te bewaren worden zelfs veroordeeld om de gevoelens die zij hebben, omdat die gevoelens bij een echt kind van God niet zouden voorkomen.
Het resultaat heb ik een keer letterlijk meegemaakt toen bij een begrafenis een collega van mij op een bewogen manier liet merken dat wij niet weten waar de de gestorvene in de eeuwigheid zou zijn. Een familielid nam bij het graf het woord en liet luidkeels blijken dat deze gestorvene zeker naar de hel was gegaan om de vreselijke zonde waar hij door was gegrepen. Ik had de overledene een aantal jaren eerder aan mijn Avondmaalstafel gehad. Hij had niet willen aangaan, maar mijn preek over de goede herder die zijn schapen doet nederliggen in grazige weiden had hem geraakt, tijdens het Avondmaal was het Christus Zelf Die hem nodigde en liet aangaan aan Zijn tafel. Het was de enige keer in zijn leven, en baken op zijn levenszee, het gaf mij de zekerheid dat hij ondanks alle strijd een kind van God was. Het was ook voor mij een bevestiging van wat ik elders las: "Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken" (1Tim.1:15).
Ik kan begrijpen dat de consequentie van die tekst "Het gekrookte riet" laten sidderen. Zou God zelfs mensen behouden die in zonde zijn gevallen? Zou hun kwijnende geloof dan door Gods Geest kunnen worden bewaard? Zou zoiets onvoorstelbaars kunnen gebeuren dat iemand een kapotte rietstengel probeert te herstellen en een walmende olielamp niet wegdoet? Volgens mij heeft ds.D.Burggraaf veel meer begrepen van Mattheus 12:20 dan de vereniging die haar naam daar vindt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom. Houd je aan de gewone regels van algemeen fatsoen. Anonieme reacties worden (meestal) verwijderd.